Africhting is een vorm van hondensport die uit drie onderdelen bestaat nl. speuren (afdeling A), appél (afdeling B) en pakwerk of manwerk (afdeling C). Deze drie onderdelen maken vast deel uit van het IGP programma.
Binnen de africhting kent men drie niveaus namelijk IGP 1, IGP 2 en IGP 3. Voordat men kan deelnemen aan het IGP 1 programma moet men eerst beschikken over het VZH ( VerkeersZekere Hond) of BH diploma. Wat word er getest om dit diploma te halen? Wel eerst en vooral het appél. Hoe goed luistert je hond en hoe goed volgt deze de commando’s op. Daarnaast wordt ook het sociale gedrag van de hond beoordeeld. Als beide onderdelen goed zijn beschik je over het VZH diploma.
Verkeerszekere hond / Begeleidingshond
Het VZH/BH examen omvat algemene gehoorzaamheidsoefeningen op het veld zoals het volgen, zitten en af gaan op commando. Op het praktijk gedeelte op de openbare weg wordt er verwacht dat de hond zich sociaal en gehoorzaam zal gedragen. Het VZH/BH diploma is vereist om te mogen starten aan het IGP programma.
Speuren (afdeling A)
Speuren gebeurd doorgaans op een weiland of akker. Hierbij is het de bedoeling dat de hond zelfstandig een speur kan uit werken. De geleider loopt op ongeveer een afstand van 10 meter achter de hond. Afhankelijk van het niveau is dit een spoor dat de geleider zelf uit loopt van 300 passen (IGP 1) of een vreemd spoor van respectievelijk 400 passen (IGP 2) of 600 passen (IGP 3). Het spoor zal altijd bestaan uit minstens 2 hoeken en een aantal voorwerpen die op het spoor door de hond moeten worden verwezen. Hoe hoger het niveau van de hond des te langer zal het spoor moeten liggen voor het mag worden uitgelopen.
De hond kan verder getraind worden tot het behalen van het Speurhond 1 (1200 passen) of Speurhond 2 (1800 passen) diploma. Dit spoor ligt dan al ongeveer 180 minuten.
Appél (afdeling B)
Tijdens het appél van het IGP programma worden algemene gehoorzaamheidsoefeningen aangeleerd. Hierbij kan je bijvoorbeeld denken aan aangelijnd volgen met tempowisselingen van langzame pas naar een snelle pas. Ook het los volgen wordt in dit onderdeel aangeleerd. Naast het volgen word ook de zit-, af-, en sta oefening aangeleerd. Bij deze oefeningen is het de bedoeling dat de hond op zijn plaats blijft en komt op bevel van de begeleider. Verder moet de hond nog leren een houten blok te apporteren. Binnen het apporteren zijn er drie oefeningen, namelijk apporteren over de vlakke grond, apporteren over een haag en apporteren over de A schutting. Als afsluiter van het appél wordt de hond vooruit gestuurd waar die op commando van de geleider af moet gaan.
Pakwerk of manwerk (afdeling C)
Het pakwerk ook wel eens manwerk genoemd is een onderdeel waarbij de hond de pakwerker moet opsporen door middel van het revieren. Als de hond de pakwerker gevonden heeft moet die hem aan blaffen dit dient als bewaking tot de geleider bijkomt. De hond zal de pakwerker ook moeten bewaken bij het zij- en rugtransport, als de pakwerker ontsnapt moet de hond ingrijpen. Het stellen is het moment waar de hond de pakwerker ‘pakt’. Doordat de honden bijten denken mensen soms onterecht dat de honden aggresief of gewelddadig zijn of gemaakt worden. Niks is minder waar, de honden worden buitgericht getraind en willen enkel op de mouw bijten. Uiteraard moeten de honden over een gezonde dosis drift, moed en belastbaarheid beschikken om de dreiging van de pakwerker te kunnen doorstaan. Echter wordt op elk moment beoordeeld op hun sociaal gedrag. Mocht er ooit toch niet correct gedrag ontstaan wordt hier onmiddellijk op ingegrepen.